Heb jij een visuele strategie?

Tijdens een masterclass Storytelling leerde mijn toenmalige mentor ons het begrip ‘Visuele Strategie’

Dat gaat niet over de regels of beperkingen die je jezelf oplegt, zoals met een vaste lens fotograferen of altijd staande beelden of enkel in zwart-wit.

Het gaat over hòe je de foto maakt. Gaat over wàt je op de foto zet. En het gaat over wat de kijker er van moet denken.

Want lukt het jou om over te brengen wat jij bedoelde toen je de foto maakte?
Wilde je de kijker laten bewonderen, verwonderen, verbazen? Wilde je een verhaal vertellen en zien of anderen dit ook zo oppakken?

Iedereen heeft een ander visueel antwoord op een vraag

Iedereen heeft een ander visueel antwoord op een vraag. Laat 10 fotografen een foto inleveren over onderwerp X. Je krijgt 10 verschillende foto’s. Datzelfde geldt als je 10 kijkers een foto laat zien. Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke filter, gebaseerd op opvoeding, opleiding, ervaringen en overtuigingen. Aan de hand van dit filter zullen zij een mening vormen over jouw foto. Dit kan je lastig sturen.

Wel kan je hen helpen een bepaalde richting op te denken. Dat doe je met je visuele strategie. Doordat je zelf al bepaalt hebt wat je met je foto’s wilt laten zien, ga je dat beeld ook zo opbouwen. Elementen die niet bijdragen aan jouw ‘boodschap’ laat je eenvoudig weg uit je frame, of geef je middels de compositie een minder prominente plek. Datgene wat juist belangrijk is, laat je eruit springen, laat je terugkomen in een serie. Het liefst subtiel, zodat de kijker zelf een beetje moet ‘werken’ voor het beeld. Zie ook de blogpost De reis van het oog.

Het hebben van een Visuele Strategie is handig als je aan een fotoproject werkt. Het geeft je richting. Het zorgt voor een eenduidige beeldtaal. Het zorgt ervoor dat je voor ogen houdt wat je met je foto(serie) wilt bereiken en – als je het goed toepast – maakt dat de kijkers de beelden snappen.

Wat ze er vervolgens van vinden is weer een hele andere discussie.


Foto: Rosie Steggles via Unsplash

Verder lezen:

Alle elementen in jouw foto’s vechten om aandacht van de kijker. Als we deze elementen bewust in de compositie hebben gekozen, heeft het oog dus een reis voor de boeg… De reis van het oog

2 Comments

  1. In de inleiding van je vraag ga je er van uit dat bij het maken van een opname twéé dingen tegelijk door het hoofd van de fotograaf spoken.
    1. Hoe maak je de foto, wat staat er op, en: 2. wat zal de kijker er van denken.
    Ik denk dat dat bij de meeste hobbyfotografen niet voorkomt. Gelukkig maar.
    Als ik fotografeer ben ik alleen met het eerste bezig: het maken van een foto die mij (!) bevalt. Ik raad de autonome fotograaf aan, zich niet reeds bij het máken van de foto te bekommeren over wat een eventuele beschouwer er van zal vinden. Vermoedelijk pas je dan zelfcensuur toe en haal je niet het beste uit jezelf; kun je op die manier überhaupt een eigen stijl ontwikkelen?
    Als ik aan een andere kijker denk is dat op zijn vroegst in fase 2 en die vindt plaats bij het selecteren van foto’s, gesteld dat je dat (ook) doet ten behoeve van andere beschouwers dan jezelf.
    1 en 2 tegelijk in je hoofd hebben bij het maken van de opname is alleen belangrijk voor de fotograaf die in opdracht werkt voor bijvoorbeeld reclame, opdrachtportret of documentaire. Omdat het doel van zijn foto’s tevoren vaststaat, die volgt uit zijn opdracht.

    Ik maak een foto zeker niet om de kijker te ‘laten bewonderen, verwonderen, verbazen’. Bewaar me – om de kijker te pleasen!? Ik hoop wel degelijk dat een kijker mijn foto’s mooi of goed vindt, maar het gaat dan wel om mijn foto’s en niet om zijn smaak. Als dat niet lukt is de kijker er kennelijk nog niet klaar voor (van wie heb ik dat gehoord, heer Borgstijn? ;-).

    Gerelateerd zijpaadje waarop ik afdwaal:
    Uit het voorafgaande volgt dat ook iemand die foto’s maakt voor een wedstrijd niet meer geheel vrij is. Hij denkt al bij het maken van de opnamen aan het opgegeven genre, als dat er is. Of uiterlijk in tweede instantie bij het selecteren, aan wat in Fotobondskringen modieus is en dus een kans maakt bij de jury: zwart-witte verzorgingshuisfotografie, korrelige vierkante frontale portretten. En aan wat kansloos is: landschap, architectuur. En volkomen ten onrechte – want in strijd met de regels – of een inzending voor de BFW samenhang vertoont. Zo ontstaat ’typische bondsfotografie’ die zichzelf in stand houdt.
    Kun je dan autonoom zijn? Wees zelfstandig, pleeg geen zelfcensuur – en stoor je niet aan heersende mode. Ook een jury moet leren 😉

    Terug op het hoofdpad:
    In feite komt je vraag er op neer wat het woord Samenhang betekent als het om series gaat: of stel je de vraag ook over één foto? Vaag spul hoor, samenhang. Net als beeldtaal.

    groeten,
    Kees Molders

  2. Hej Kees,

    Dank voor je reactie.

    Ik wil toch even wat verduidelijken, want ik beweer inderdaad dat je bij het maken van de foto al moet weten wat de kijker ervan gaat vinden. Daarmee bedoel ik dat je door het hebben van een visuele strategie, terwijl je aan een fotoproject werkt, je voor jezelf duidelijk voor ogen hebt wat je met die serie wilt ‘vertellen’.

    Je moet je zeker niet bekommeren over wat de kijker ervan zal vinden. Dat is aan de kijker en door ieders filter zal niet iedereen de boodschap oppakken zoals je bedoeld hebt. Maar je kunt de kijker wel ‘helpen’ door die boodschap in je beeldtaal uit te dragen.

    Ben het niet met je eens dat enkel professionele fotografen deze twee punten (wat staat er en wat vinden ze ervan) in hun hoofd moeten hebben. Ook hobby-fotografen willen met hun fotowerk iets bereiken. Anders kun je die foto’s net zo goed in een lade laten liggen of op je harde schijf. Uiteraard begint het bij jezelf, maar als je je foto’s de wereld in slingert, heb je er een bedoeling mee.

    Voor wat betreft jouw zijpaadje, meedoen aan een wedstrijd is bij fotografie sowieso appels en peren, geen objectieve uitkomst. Als je meedoet aan een wedstrijd kun je er voor kiezen om je te laten leiden door wat ‘in de mode’ is. Zeker doen als je daar gelukkig van wordt. Andrs moet je vasthouden aan wat jij graag maakt. En als dat niet past binnen de reglementen of de heersende trend en je dus soort van bij voorbaat kansloos bent… waarom zou je dan meedoen aan die wedstrijd? Laat gaan.

    Autonoom zijn en geen zelfcensuur plegen kan ik alleen maar aanraden!

    Groet,
    Marcel